Kunst gallerij - Gallerij Deweer, ART Gallery, kunstgalerij, kunstenaars exposeren, grafiek exposeren, schilders, fotografen, beeldhouwers, sculpturen, beeldhouwwerk te Otegem

Jan Fabre - 30 Years / 7 Rooms

04 November - 20 December 2015


Dertig jaar geleden gingen Jan Fabre en Mark Deweer een samenwerking aan. Toen, anno 1985, was Fabre een jonge, sterk opkomende kunstenaar. Heden is hij een van de belangrijkste kunstenaars van onze tijd.

De tentoonstelling Jan Fabre – 30 Years / 7 Rooms , waarmee op feestelijke wijze dertig jaar samenwerking wordt gevierd,  is grootschalig en uniek. De expositie strekt zich uit over alle tentoonstellingsruimten van de galerie en is onderverdeeld in 7 thematische kamers, die speciaal voor de gelegenheid zijn gebouwd.

Op die manier brengt 30 Years / 7 Rooms  een breed overzicht van de eerste, historische objecten, tekeningen, sculpturen en installaties tot en met de allernieuwste werken.

De tentoonstelling biedt een uitzonderlijke gelegenheid kennis te maken met de belangrijkste werkgroepen uit het beeldende oeuvre van Jan Fabre in een bijzondere, door de kunstenaar uitgedachte dramaturgie.

Room I - Brainhearts

De tentoonstelling Jan Fabre – 30 Years / 7 Rooms opent meteen met Fabres meest recente werk, de dubbele breinsculptuur The brain as a heart, the heart as a brain en met twee modellen die als studies kunnen worden beschouwd voor de grote sculptuur die is vervaardigd uit wit marmer uit Carrara.

Een kleine huisjesslak kruipt over het orgaan. Op het liggende brein is een tweede brein, waarop een vlinder is neergestreken,  opgericht. Een pijl treft het opgerichte cerebrum in de holte van de inplanting van  de hersenstam en doorklieft het brein helemaal, waardoor dat opgerichte brein onmiskenbaar in de rol van een hart wordt voorgesteld. De symboliek van de pijl die een hart doorboort is dusdanig gemeen cultureel erfgoed dat het doorboorde orgaan haast niet anders dan als een hart kan worden geïnterpreteerd. De symboliek van het doorboorde hart, dat staat voor verliefdheid en gevoelens van liefde, wordt getransponeerd op het bij uitstek verstandelijke, cerebrale orgaan. Geheel in overeenstemming met Fabres overkoepelende artistieke visie worden de symbolen van rede en gevoel, die gewoonlijk als elkaars tegengestelden worden gezien, in een werk verzoend.

Room II – The Hour Blue

Dit is een van de meest bekendste werkgroepen uit het oeuvre van Jan Fabre, grosso modo te situeren tussen 1977 en 1991. Gebruikmakend van een blauwe Bic-balpen geeft Fabre onder het thema van het Uur Blauw, het uur van de schemering en van de overgang tussen nacht en dag, gestalte aan zijn opvattingen over de tekenkunst. Fabre emancipeert de tekening en vindt haar als het ware opnieuw uit. Grote blauwe tekeningen op papier of op doek, helemaal blauw gebicte houten schrijnen en bebicte foto’s zijn de plastische expressies van Fabres visie op de transformaties van mens naar dier en omgekeerd, en van micro- naar macro-energievelden en omgekeerd.

Room III – Shelter-studios

Negen keldermodellen staan opgesteld in de onmiddellijke omgeving van de twee grote kelderinstallaties Schuilkelder-atelier voor de Chileense kunstenaar-krijgers en kuisvrouwen I & II (1992&1993-2008), die permanent ondergebracht zijn in een kelderruimte van Deweer Gallery. Modellen en permanente installaties gaan terug op Fabres herinneringen aan zijn persoonlijke contacten met zeven illegaal in Antwerpen ondergedoken Chileense immigranten, die in ruil voor een slaapplaats in een kelder moesten poetsen.

De schuilkeldermodellen verbeelden doorgaans geheime, niet voor iedereen toegankelijke vertrekken van de kunstenaar. Ze zijn voor de helft atelier en voor de helft krijgskamer. De schuilkelders laten verschillende gezichten van Jan Fabre zien, van wetenschapper over vrijbuiter, verzetsstrijder en misdadiger tot dromer en eeuwige schoonheidszoeker. Deze schuilkeldermodellen en meer in het algemeen alle denkmodellen, nemen een zeer belangrijke want consistente plaats in binnen Fabres oeuvre.

Room IV-  Offerings to the God of insomnia

Hier brengt Jan Fabre een ensemble van nieuwe oogsculpturen in was. Het thema, dat met het werk Offer aan de god van de slapeloosheid (2008) werd aangesneden in Fabres tentoonstelling in het Musée du Louvre in 2008, komt hier voor het eerst uitgebreider aan bod. In was gegoten ledematen van poppen, oorspronkelijk bedoeld als devote giften van gelofte, zijn geheel of gedeeltelijk bezet met waarachtige glazen oogbollen. Als een soort kikkerdril overwoekeren de nooit geloken ogen de lichaamsdelen. Waardoor die laatste gedoemd zijn te blijven kijken. Toezichthouder Argos heeft bezit genomen van het lichaam. Rust is uit den boze. Maar ook de beschouwer vindt geen rust. Deze werken bekijken, betekent duizendvoudig bekeken worden. Het thema van het kunstwerk dat (terug)kijkt, werd door de kunstenaar op monumentale schaal uitgewerkt in de permanente installatie De blik binnenin (Het Uur Blauw)(2011-2013) die Fabre realiseerde voor de koninklijke trap van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België te Brussel.

Room V – Umbraculum

oor de gelegenheid wordt de indrukwekkende installatie Umbraculum – Een plaats in de schaduw waar gedacht en gewerkt wordt, ver van het gangbare leven opnieuw opgesteld in de ruimte waar ze in 2001, het jaar van haar ontstaan, voor het eerst in al haar grandeur te zien was.

Als vroeg hoogtepunt van zijn denken over schoonheid en verval, over de kwetsbaarheid van de mens en over de rol van de kunstenaar als tijdeloze krijger, is Umbraculum een van de meest cruciale en krachtigste installaties die Jan Fabre in de jaren ‘90 maakte. Het werk is essentieel voor een goed begrip van zijn persoonlijke beeldtaal in het algemeen. De perfecte integratie van materialen, objecten en sculpturen in een ruimtelijke omgeving die bezoekers zowel filosofisch als fysisch bekoort, samen met de geluidscompositie die herinnert aan wat ooit was, maken dit tot een meesterwerk van installatiekunst. Umbraculum is doordrongen van de huiver van het kerkhof en de geest van de kapel, plaatsen die vaak voorkomen in Fabres werk, en wekt een spanning op tussen leven en dood, naar de grootste symbolistische traditie. Vele lijnen in zijn oeuvre leiden naar dit werk en vele beginnen er. Gedurende het afgelopen decennium heeft de installatie haast onafgebroken gereisd; in veel van zijn tentoonstellingen, in het bijzonder buiten Europa,  blijft Fabre de installatie inzetten als referentie- en scharnierwerk.

Room VI –Is the brain the most sexy part of the body?

Het motief van het brein als terra incognita, als te verkennen gebied, is gedurende het voorbije decennium uitgegroeid tot een van de belangrijkste thema’s binnen het oeuvre van Jan Fabre. Fabres fascinatie voor het brein als ‘zetel van de verbeelding’ is dan ook genoegzaam bekend. In deze kamer worden enkele denkmodellen en onderzoekstekeningen omtrent het menselijk brein samengebracht. In de Blackbox wordt de film geprojecteerd die Fabre in 2007 maakte samen met de Amerikaanse bioloog, entomoloog en filosoof Edward O. Wilson (°1929).

Room VII – A meeting / Vstrecha

Jan Fabre heeft in de late jaren ’90 samengewerkt met de Oekraïense kunstenaar Ilya Kabakov (°1933). Een unieke en historische samenwerking die in de tweede helft van 1995 door Mark Deweer werd geïnitieerd. Tekeningen en sculpturen van Fabre over de samenwerking met Kabakov en de film die Fabre en Kabakov gezamenlijk maakten, worden getoond. Met bijzondere dank aan de bruikleengevers van de tekeningen.



Reportage Focus & WTV