Kunst gallerij - Gallerij Deweer, ART Gallery, kunstgalerij, kunstenaars exposeren, grafiek exposeren, schilders, fotografen, beeldhouwers, sculpturen, beeldhouwwerk te Otegem

Melissa Gordon – Modern Surfaces

05 February - 16 March 2014


Index→Icoon, en Wederom:

(Fragment uit het essay “Structural and Expressive” van Marina Vishmidt)


Hoe kan een verband met het modernisme vandaag nog actueel zijn? In een tijd waarin pogingen om dit verband te leggen steeds meer opduiken in tentoonstellingen en in het discours, is dat niet zo’n vreemde vraag. Eerst moet er een structuur zijn voor het waarnemen: een instrument waarmee de afstand van de ene periode tot de andere kan worden gemeten, alsook de interferenties die ontstaan tussen de verschillende posities ten opzichte van die structuur.

Beide series in Modern Surfaces bieden een beeldend en productief kader voor een denken doorheen het zien en de geschiedenis, representatie en re-presentatie – het hele scala dat het anatomisch theater uitmaakt van het hiernamaals van het modernisme. De kern van het betoog is telkens de beweging, licht en tegelijk eerder schematisch, van index naar icoon: de vergrote reproducties van secties van modernistische schilderijen (icoon) registreren zowel de scheurtjes in het oppervlak van het schilderij als het schilderij zelf (index). Gordon drukt de uitgesneden sectie af (nieuwe index) en dit beeld, dat de artefacten van beide drukprocessen toont, neemt zijn plaats in aan de muur als een nieuw icoon (de Blow Up Modernists reeks). Hier worden de sacraliteiten van het modernistische canon, in absolute (Mondriaan, Malevich, Van Doesburg) of in existentiële toonaard (Pollock), zowel verkleind als uitvergroot. Ze worden verkleind op het vlak van visuele informatie, kleur en textuur, ze worden afgezonderd van hun aura, herleid tot documentatie, tot informatie in het algemeen, tot het gedrukte medium – tot de industriële beschaving die ze hoopten te doorbreken of te overstijgen.

Tezelfdertijd worden ze uitvergroot en vermenigvuldigd, en brengen ze een waaier aan mogelijke uitsnedes voort die nieuwe werken kunnen worden, zoals kloontjes uit de productielijn van een cel.

Vanzelfsprekend is het altijd het lot geweest van de absolute schilderkunst om, in de wildernis van vormen van koopwaar, te worden gereproduceerd. Door hun omzetting in gedrukt materiaal stralen de terminale iconen van Malevich vergankelijkheid en wegwerpbaarheid uit. Het gedrukte moiré van een krant of een stripverhaal roept onvermijdelijk de Pop Art op en haar vermenging van media –  specifiek Lichtenstein – waardoor de tijdslogica van de kunstgeschiedenis, de verscheidenheden in affect en de ongelijkheid van de objectrelaties die in het spel zijn, met elkaar botsen.

In de schilderijenreeks Material Evidence wordt, in de vorm van verfspetters op studiomateriaal, wat simpele humor toegevoegd aan de aloude punchline van de verachtelijke on-betekenendheid van het abstract-expressionistische doek. Het gaat hier om de opvoering van een interieur, maar niet om een opvoering van innerlijkheid. We bemerken hier een brutaler spel met de overgang index-icoon. Het verfspoor (index) wordt omgezet in een schilderij (icoon) en door die omzetting wordt een hele geschiedenis, van een doek dat van een index van gebaren een icoon wordt van artistiek genie, samengeperst. Maar, vraagt dit schilderij zich af, hoe zit het met de omstandigheden van het huishouden in de studio? Is een drop verf op één of andere soort oppervlak (een doek) ook maar enigszins meer expressief dan droppen verf op andere dragers (een muur, een tafel)? Waarvan is dit het materiële bewijs? We zouden kunnen zeggen van niets meer dan proces, maar dat zorgt voor een tautologie die de impact van de beweging ontkracht, of grappig maakt. Gordon noemt de werken “doelbewust belachelijk”, met hun wirwar van horizontalen en vertikalen die de aanwezigheid van het beeldvlak verdoemen tot zijn historisch zekere inhoud.

Maakte de expressieve drop verf ooit deel uit van een expressieve causaliteit (als belichaming van de geest van de tijd – het onherleidbare subject dat de maker toen was), dan drukt de reeks Material Evidence een structurele causaliteit uit: ze is gemaakt door de vrouwelijke kunstenaar, in haar studio, plichtsbewust, als kunstwerk – als bewijs van haar recht om er te zijn. Losgemaakt van de gewoonlijke, algemeen vooropgestelde eis van authenticiteit, zoals een slechte vertaling in een gebruikshandleiding, doet deze reeks haar best om ons niets anders te brengen dan vreugde.

 



Tijdens de tentoonstelling ‘Modern Surfaces’ wordt in de belendende Blackbox Richard Serra’s video ‘Boomerang’(1974, Courtesy MoMA – Museum of Modern Art, New York) vertoond. In de video horen we Nancy Holt de effecten beschrijven van het horen van de echo van haar eigen stem in een opnamestudio.



Beknopte biografie



Melissa Gordon is een Amerikaanse, in Londen wonende schilder, drukker en uitgever. Recente tentoonstellingen waren onder andere Material Evidence (Spike Island, Bristol, 2013), HERstories (Bonner Kunstverein, 2013), Art & Press (Martin Gropius Bau, Berlin & Zentrum für Kunst und Medien, Frankfurt, 2012-13). Ze stelde ook al tentoon in S1 Artspace, Sheffield, Kunstmuseum Bonn, Marres Centrum voor Hedendaagse Cultuur, Maastricht, en Kunsthalle Düsseldorf. Ze curateerde recent de tentoonstelling Specific Collisions in Marianne Boesky Gallery, New York (2013) en werkt momenteel aan de catalogus Material Evidence, die binnenkort verschijnt bij Sternberg Press (2014).