Kunst gallerij - Gallerij Deweer, ART Gallery, kunstgalerij, kunstenaars exposeren, grafiek exposeren, schilders, fotografen, beeldhouwers, sculpturen, beeldhouwwerk te Otegem

Enrique Marty - Soft Cockney

26 May - 07 July 2013


Enrique Marty’s oeuvre, dat bestaat uit sculpturen, schilderijen, aquarellen, video’s en animatiefilms, leest als een exploratie van de menselijke ziel. Obsessief registreert Marty het menselijk gedrag in al zijn vormen. Stilistisch baseert hij zich op de kenmerken van amateurbeeldtaal, massacommunicatie en populaire verteltechnieken. Methodisch steunt hij op het onbegrensd vastleggen en reproduceren van privé-ervaringen en van het alledaagse leven. De kunstenaar interpreteert zelden maar registreert des te meer.

Enrique Marty’s sculpturen zijn enerzijds driedimensonele portretten, gebaseerd op mallen van echte personen. Ze zijn anderzijds ook een terugkoppeling van aspecten van poppen aan standbeelden uit  westerse, figuratief sculpturale tradities zoals die van de barok.

In ‘Soft Cockney’, zijn vierde one-man show in Otegem, experimenteert Marty met de tattoo, een medium dat hem toelaat om een aantal van zijn favoriete thema’s zoals schuld, geweld, populaire genres, mythologie en symboliek te behandelen op een manier die van zijn sculpturen (nog meer) schilderijen maakt. De kunstenaar verklaart zijn fascinatie voor dit momenteel alom tegenwoordige medium aldus:

"Mij interesseren enkel de criminele tatoeages. Die van de bendes. Door hun tatoeages maken de dragers ervan zich herkenbaar als leden van een criminele groep en maken ze zich los van de samenleving. De tatoeages bezegelen hun onderling pact.  (...) Om deze serie te maken deed ik onderzoek naar criminele tatoeages en codes. Ik vroeg mensen die op een of andere manier met de wereld van de kunst waren verbonden (in zekere zin net als bij het selecteren van een groep of een bende). Na het maken van hun afgietsel en hun zo realistisch mogelijke reproductie, heb ik voor elk van hen een iconografie gecreëerd,  op basis van hun persoonlijke geschiedenis en persoonlijkheid. (...) De werken zijn gewapend met grote messen, waardoor ze fysiek gevaarlijk worden. In deze reeks is het duidelijk dat de geportretteerden niet het slachtoffer zijn, ze lijken zelfs klaar om de toeschouwer aan te vallen. Het is de toeschouwer die de gemartelde dreigt te worden. (...) Ik heb, voor dit project, de tatoeages van de maffiagroeperingen die me het meest interesseren gebruikt. De Japanse en Russische maffia, de Mara’s,  gevangenen, neonazi’s, Narco Satanics, enz… Ik heb deze groepen gebruikt omdat het marginale groepen zijn. (...) Ik heb hun iconografie, hun symbolen en codes bestudeerd en ben er dan mee gaan spelen.”

Enrique Marty werd in 1969 geboren in Salamanca, Spanje, waar hij nog altijd leeft en werkt. Zijn unieke benadering trok voor het eerst grote aandacht in Spanje door zijn solo-show ‘La Familia’ in Espacio Uno, de toenmalige ruimte voor jonge kunst van het Reina Sofia Museum te  Madrid (2001). In 2004 selecteerde Harald Szeemann hem voor ‘The Real Royal Trip’, waarin hij de hedendaagse kunst in de Spaanssprekende landen op de internationale scène zette. De tentoonstelling reisde van PS1 New York naar het Museo Patio Herreriano in Valladolid. Marty groeide uit tot één van de meest markante persoonlijkheden in de Spaanse hedendaagse kunst, en er volgde een spraakmakende solo in het MUSAC in Léon, in 2006: ‘Flaschengeist / La Caseta del Alemàn’ (curator Rafael Doctor Roncero). Enrique Marty werd kort daarna, nog in 2006, voor het eerst getoond in België door Deweer Gallery, met de solo ‘Aim at the Brood!’. Uit die samenwerking volgden institutionele solo’s in het GEM / Gemeentemuseum Den Haag (2008), in de Kunsthalle Mannheim (2010) en in de Fundacion Antonio Perez in Cuenca, Spanje (2011). Daarna volgden bij Deweer nog de solo’s ‘Dank and Dismal’(2009), ‘Sainte Guillotine’(2010) en ‘Art is Dangerous’(2011, Solo Projects Art Brussels).

Marty nam deel aan de Biënnale van Venetië in 2001 en 2005. Hij werd verder o.a. geselecteerd voor de overzichtstentoonstelling over naoorlogse Spaanse kunst “Spain. 1957-2007” (Palazzo Sant´Elia, Palermo), voor “L´Art en Europe” (Domaine Pommery, Reims, 2008), voor ‘Spanish Video Art’ (ZKM, Karlsruhe, 2008) en voor “Hareng Saur - Ensor en de hedendaagse kunst” (S.M.A.K., Gent, 2010. In 2011 nam hij deel aan de groepstentoonstelling ‘GOLDMINE’, met werken uit de collectie van Sirje and Michael Gold, in CSULB, Long Beach, VS.

Alle sculpturen zijn met de hand beschilderd en zijn acrylverf op polyester (latex voor de werken uit 2012) op polyurethaan, vernis, menselijk haar, textiel, plastic en metaal.

Bij de tentoonstelling verschijnt de catalogus ‘Enrique Marty – Soft Cockney’.